ESCHOTEN, een kleine nederzetting met een eeuwenlange geschiedenis.
De ‘nieuwe’ Veluwe stoelt uiteraard op de landschappelijke ordening van het gebied, ontstaan in voorgaande eeuwen. Wat is daar nog van terug te vinden? De ‘grove’ hoofdstructuren van het landschap zijn er nog wel, maar op plaatselijk niveau is er veel veranderd. Veel dorpen en steden op en langs de randen van de Veluwe zijn, vooral in de laatste honderd jaar, zodanig uitgegroeid, dat er op het oog niet zo veel meer is terug te vinden van ‘vroeger’. Maar bepaalde kleine vestigingsplaatsen van de mens zijn vaak nog betrekkelijk ongestoord, al zijn de woningen en erven wel met de tijd mee veranderd. Zo’n plek is Eschoten, een gehucht tussen Otterlo en Wekerom en rond het jaar 1400 al op oude kaarten te vinden. Hoewel, ook hier begint de moderne tijd zichtbaar te worden. De oude enggronden en jongere ontginningsgronden zijn in de zomer grotendeels bedekt met hoge voedermais en grote veestallen al tot dichtbij opgerukt. Als je het verleden hebt bestudeerd en ook de veranderingen na de oorlog hebt meegemaakt, roept dit soms wat heimwee op. Heimwee naar vroeger, door sommigen zelfs ‘pijn’ genoemd.
LANDSCHAPSPIJN.
Niet alleen het landschap verandert, ook b.v. onze taal maakt ontwikkelingen door. Daarbij denk ik niet alleen aan anglicismen of ‘internetslang’, maar ook aan nieuwe Nederlandse woorden. De laatste tijd kom je in boeken en artikelen het woord ‘landschapspijn’ tegen. Wat bedoelt men daarmee? Wel, eigenlijk de heimwee naar vroeger, naar het kleinschalige en meer gevarieerde landschap met veel weidebloemen en –vogels en de koeien in de wei. Natuurlijk, afgezet tegen de grote, egaal groene percelen en megastallen van nu. Vooral als je na de laatste oorlog het kleinschalige nog hebt meegemaakt, weet je goed waar je aan lijdt! Nostalgische gevoelens spelen een rol in discussies over het bewaren van waardevol (landschappelijk) erfgoed. Maar je kunt nu eenmaal in de tijd niet alles onveranderd laten. Daarover worden in vele gemeenten en streken van het land discussies gevoerd om helder uit te laten kristalliseren, welke landschappelijke elementen we als belangrijk erfgoed beschouwen en moeten bewaren en welke niet.
ONTWIKKELING IN ENKELE HOOFDLIJNEN.
Op de Veluwe vond je enkele eeuwen geleden het kleinschalige met name op de enggronden in en direct rond de dorpen. De tussenliggende woeste gronden, opgedeeld in een zestigtal marken of buurten, vormden wel grote eenheden van vaak 1000 tot 2000 ha en soms meer. Deze gebieden, vaak in gezamenlijk beheer van de buurtgenoten, leden nogal eens aan overexploitatie door vee, met name schapen. Bij een veetelling op de Veluwe op gezag van de hertog van Gelre in 1526 worden al meer dan 100.000 schapen geteld. Opmerkelijk is, dat je op de eerste kadasterkaarten van 1832, heel veel wegen en paden tussen de dorpen en gehuchten aantreft. De buurtgronden waren vrij toegankelijk en struinen was dus mogelijk, al kwamen er in de loop der tijd betredingsverboden voor mens en dier voor (afgepaalde) stuifzanden. Op met rust gelaten stuifzand begint meestal de ontwikkeling van mossen, buntgrassen e.d. en dan wordt geleidelijk het stuiven gestopt. Maar overigens namen de bewoners de kortste en gemakkelijkste weg. Dat kon toen nog. Nu zijn de buurten verdwenen, de woeste gronden in handen van natuurbeschermingsorganisaties, defensie , gemeenten of particuliere grootgrondbezitters. Er zijn hoofdverbindingswegen ontstaan, eerst vaak in de negentiende eeuw verhard door grind en later door stenen en asfalt. Het bosareaal is in ruim een eeuw tijd verdrie- of verviervoudigd. Maar veel terreinen zijn achter rasters verdwenen. Het wild kan zich in de laatste decennia via speciaal daartoe aangelegde ecoducten, tunneltjes e.d. redelijk vrij bewegen in een groot deel van het Centraal Veluws Natuurgebied. Vrij ‘struinen’ van de mens in dit gebied is eigenlijk niet meer mogelijk. Ds. Heldring zou nu zijn dagenlange voettocht van 1840 met zijn vriend Graadt Jonckers over de Zuid Veluwe niet kunnen herhalen! Toch valt er, b.v. bij Eschoten, een oude nederzetting op ca. 1,5 km ten noordwesten van de kerk van Otterlo nog veel van de oude structuren terug te vinden. Struinen kan niet meer, maar er zijn nog wel mooie en afwisselende wandelingen te maken. Nieuw zijn daarbij de klompenpaden, die de laatste decennia zijn uitgezet. Het ‘Eeschooterpad’ , een van de mooiste ( en langste) klompenpaden op de Veluwe biedt veel afwisseling. Daarvan zal een en ander worden genoemd in het tweede deel van dit verhaal.
ESCHOTEN VROEGER.
Al in de 14-de eeuw wordt er gesproken over Eeschoten, Eeschooten of Escaeten. Het was een kerkelijk leengoed (van St.Marie te Utrecht). Een zekere Borchart van Eeschoten kreeg vrijheid om schapen te houden, een schaapskooi te zetten en ook permissie om bijen te houden. De enkele jaren geleden geheel gerestaureerde schaapskooi in Eschoten (zie foto) heeft dus een eeuwenoude voorgeschiedenis. In de volgende eeuw werken ze zich op tot de ‘riddermatigen’. In 1466 trouwt ‘erfdochter Geertruid van Eeschoten’ met Steven van Deelen, een lid van de belangrijkste landadelfamilie in deze omgeving. Kennelijk worden de gebouwen uitgebouwd tot een havezate. Een oud document spreekt over de ’steenen kamer’ Eeschoten en er is een pentekening van Eeschoten bewaard gebleven, die er met toren en gracht indrukwekkend uitziet. (zie afb.). Bij beperkt bodemonderzoek in 1972 in verband met nieuwbouw werd een gracht aangetroffen. Op enkele oude kaarten van de Veluwe wordt Eeschoten vermeld of ook Broukhuyze (zie kaartjes). In de loop van de 16-de eeuw trouwt een Van Delen op Eeschoten met Wylt van Broeckhuyzen en dan wordt kennelijk door de kaartenmaker deze familienaam aan het gehucht gehecht. ). Op het enige graf in de oude kerk van Otterlo treffen wij op de zerk de naam ‘Judith van Broeckhuyzen, overleden 18 mei 1623’, met ingebeiteld de wapens van van Broeckhuyzen ( een bundel pijlen) en van Deelen (twee ramskoppen).Maar in de loop van de 18-de eeuw raakt het huis Eeschoten in verval en wordt dan afgebroken. Opmerkelijk is wel dat in die zelfde periode ander bezit van beide families, nl. de havezate Ten Haghe of Haeghe aan het Boveneind in Otterlo, hemelsbreed niet meer dan een kilometer van Eeschoten verwijderd, ook werd afgebroken. Eschoten was in die eeuwen een gangbare landbouwenclave, zoals ze op meer plaatsen van de Veluwe voorkwamen. De oude enggronden zijn nog puntgaaf terug te vinden langs de Eschoterengweg(foto). Wel zijn rogge en boekweit verdwenen en nu vervangen door (veel grotere perceelseenheden) met vooral mais. Tot na de laatste wereldoorlog was er nog heide aanwezig. Oude bewoners geven aan dat zij vroeger te voet over de hei naar de Ericaschool in Otterlo gingen. Ook de Lange Heideweg, die pal langs de noordkant van Eschoten loopt, getuigt hier nog van. Nu vind je direct rond het gehucht geen heide meer aan. De schaapskooi gelegen aan de hoek Westengerdijk/Eschoter Engweg (foto) beschouw ik maar als het centrum van het gehucht, want van de havezate is niets terug te vinden. Er staan enkele huizen/bedrijven (kaart…) Het geheel biedt een zeer rustige aanblik.
HET EESCHOOTER PAD.
Dit klompenpad met een lengte van ca. 15 km loopt in een cirkel rond de kerk van Otterlo. We zullen hier enkele facetten van bespreken en zien, dat in vroeger eeuwen de invloed van Eschoter boeren kilometers verder reikte tot in het Otterlose bos aan de zuidzijde van dit dorp. DE HOEF. Wanneer we het pad via de Lange Heideweg naar het oosten volgen komen we na een km in een bosgebied: de Hoef. Dit landgoedachtig gebied van ruim 100 ha, is begin deze eeuw in bezit gekomen van Defensie. Het is in begin 1941, toen bezit van NP de Hoge Veluwe, in beslag genomen door de Duitse krijgsmacht, die in dit terrein startte met de aanleg van een infanterieopleidingskamp. Er werden in enkele maanden tijd 12 standaard Hundertman baracke’ gebouwd, een viertal was- en doucheruimten, twee keukens ingericht en eveneens schuilkelders ter bescherming tegen luchtaanvallen. De bouw van dit, uitstekend gecamoufleerde legerkamp (zie luchtfoto) met een capaciteit van 1200 man, werd in de loop van 1941 door de Duitse Wehrmachtscommandant van Nederland generaal Christiansen trots gemeld aan Berlijn. In dit kamp kregen ondermeer de Nederlandse SS-recruten en Marinesoldaten (o.a. verdedigers voor de Atlantic wall), gelegerd in kazernes in Ede, hun infanterieopleiding. Het bestaande Infanterie Schietkamp te Harskamp was hun oefenterrein en werd uitgebreid met het Ugchelse bos en een deel van het Spelderholt. Er werd ook met o.a. panzerafweerkanonnen geschoten. Het kamp heeft in de oorlog nooit een luchtaanval te verduren gehad. Direct na de oorlog zijn de barakken, wasgelegenheden e.d. grotendeels gesloopt en het materiaal gebruikt voor herstel van gebouwen na de Slag om Otterlo in april 1945. In het terrein zijn nu nog de betonnen vloeren van wasgelegenheden en grote brokken beton van de luchtbeschermingsbunkers terug te vinden (foto’s). De Hoef is een vrij toegankelijk gebied, met verschillende voetpaden. Hier is struinen nog mogelijk. LEGERKAMPEN. De Veluwe is het deel van ons land, waar de laatste anderhalve eeuw ons leger veel kazernes en oefenterreinen heeft ingericht. De laatste 25 jaar zijn tengevolge van de krimp van de legermacht gebouwen en terreinen afgestoten en hebben delen soms als monument een bestemming gekregen. Mogelijk het oudste legerkamp op de Veluwe is het Romeins Marskamp op de Ermelose Heide. Hier heeft in de periode 170 tot 180 n. C op een terrein van bijna 10 ha.. een Romeins legioen gebivakkeerd. Je zou dit historisch palet dus kunnen uitbreiden met het Duitse kamp op de Hoef. Er zijn ook bijzondere verhalen te vertellen van mannen uit de buurt, die er werkten (om aan tewerkstelling in Duitsland te ontsnappen). Ook werden in voorjaar 1944 jonge vrouwen uit Otterlo e.o. gedwongen om in de keukens (Hermann Göring keuken voor de SS en Marine keuken voor o.a. de verdedigers in de kustbunkers) te werken. Maar , gezien de discussie om de Muur van Mussert te Lunteren, is vrij zeker de tijd hier nog niet rijp voor.
De route loopt verder langs de karakteristieke boerderij De Houtkamp en over de Boveneindseweg (op de kaarten van 1832 terug te vinden als de Hoge Harderwijkerweg) en vervolgt, aan de noordkant van het Otterlosche bos gekomen, een fraaie route over stuifzandheuvels, ontstaan door eeuwenlang in de bosrand gestoven zand.
OTTERLOSCHE BOS. Dit is één van de eeuwenoude bossen, die aan de eeuwendurende kaalkap en –vraat van de Veluwe is ontsnapt. De hertog van Gelre heeft bij het ontstaan van de marken/buurten in eigen hand gehouden, voor de jacht en houtvoorziening van zijn kastelen. De landadel, die bij oorlog de cavalerie moest leveren voor de troepen van de hertog werden soms beloond met bepaalde bezittingen. In ieder geval is dit bos nooit een buurtbos van Otterlo geweest, maar was het in de 15-de en 16-de eeuw bezit van de landjonkers van van Deelen. Deze landadelfamilie heeft eeuwenlang een vooraanstaande rol gespeeld in het ambtsbestuur van Ede, de kerk van Otterlo, waren buurtrichters van de buurten Harscamp en DeValk/Wekerom/ Eschoten. In de loop van 1700 krijgen echter de Eschoter boeren Bouw en Zandbergen vrijwel het hele O.bos in bezit. Eerst ‘leenroerigh’ aan Huize Laar te Wekerom maar aan het eind van die eeuw in vrij bezit. Uit de eerste kadastergegevens van 1832 blijkt dat de familie Bouw het oostelijk deel (104,6 ha) van het bos bezit en Zandbergen aan de westzijde 63,7 ha. Ook uit hun overige grondbezit blijkt dat het toen beslist welvarende boerenfamilies waren .Tot enkele jaren geleden was het Otterlose bos vrij toegankelijk, maar is nu alleen via het NP De Hoge Veluwe te bereiken. Het klompenpad vervolgt langs enkele campings en door het Roekelse bos. De route loopt verder door het landbouwgebied, het Eschoterveld. Dit zijn jongere ontginningsgronden en tevens het begin van het dalgebied van de Valkse beek. Hier loopt men tussen landbouwbedrijven door, die overigens vrijwel allen toeristische (campings) of andere nevenfuncties hebben. Vervolgens arriveert men weer in Eschoten bij de schaapskooi.(foto).
Samenvattend:Eschoten, maar vooral het klompenpad met die naam toont de vele landschappelijke veranderingen van de laatste decennia. Dat zal ongetwijfeld doorgaan, wat we er ook van vinden, met wel of geen (landschaps)pijn! Er zijn echter nog veel fraaie en interessante elementen in het landschap te vinden. Bezinning op betekenis en belang blijft nodig en nuttig. Een permanente opdracht!
Martin Hijink.
Eeschooterpad: De routebeschrijving is verkrijgbaar bij café restaurant Boerderij De Waldhoorn te Otterlo, tevens een startpunt van het pad.
Dit type cookie stelt u in staat om door de site heen te navigeren en gebruik te maken van alle functies. Het identificeert de huidige gebruiker naar de webserver en is een integraal onderdeel voor de normale werking van de website. De browser slaat deze cookies op totdat de browser afgesloten wordt.
Daag. Ben altijd geintereseerd geweest in Eschoten, en het kasteel dat ooit in Wekerom heeft gestaan. Denk dat de naam”Bouwhuis” was. In mijn jeugd was het de boerderij van Schols, en ik heb nog een foto waar je een gedeelte van de gracht nog kan zien. Ik denk dat het kasteel achter het huis van de boerderij van Schols heeft gestaan. Mijn moeder ging voor de tweede wereld oorlog in de winter daar schaatsen. Ik woon nu in Nieuw Zeeland sinds 1988. Ik kon de kaarten/foto’s niet bespeuren in het artikel. Misschien kunt U het even aangeven, waar ik dat kan vinden. Met vriendelijke groet. Hendrik Luttikhuisen
Beste Hendrik,
Het heeft even geduurd maar we zijn je niet vergeten! De foto’s staan in een magazine en die hebben we inmiddels ingescand en gaan we je toesturen via de mail.
Veel plezier ermee!
Met vriendelijke groet,
Otterlo’s Belang