Herinneringsboom geplant op 8 maart j.l. in het plantsoen aan de Harskamperweg te Otterlo.
Inleiding.
In het jaar 1818, dus kort na de Franse tijd, werd de Gemeente Ede gevormd. De gemeenten Bennekom, Ede, Lunteren en Otterlo, die in de Franse tijd waren ingesteld, werden samengevoegd tot één gemeente. Ook werd in die tijd een gemeentewapen vastgesteld. U kunt dit wapen, zij het in klein formaat, vinden bovenaan brieven van de gemeente b.v. de brief met de gemeentelijke belastingaanslag.
Om de geboorte van de samengevoegde gemeente te herdenken is door de gemeente besloten om in elk van de vroegere ‘Franse’ gemeenten een herinneringsboom te planten. Na in december 2018 te Lunteren werd onlangs een herinneringsboom, een linde, in Otterlo geplant. Dat vond plaats in het plantsoentje bij het tankstation aan de Harskamperweg door wethouder Hester Veltman met hulp van groep 5 van de Ericaschool. Bennekom en Ede volgen nog.
Dit is aanleiding om, wat uitgebreider dan bij het planten van de boom mogelijk was, stil te staan Otterlo in de Franse tijd. Daarbij helpt, dat Piet Hofman al in 1998 een boekje heeft geschreven over ‘het kerspel Otterlo in de Franse Tijd’, waaruit ik ook heb geput. Er is dus best het een en ander bekend over deze belangwekkende periode in onze geschiedenis. Terugkijkend blijkt ook dat in deze, overigens wel moeilijke tijd, toch veel nieuwe initiatieven zijn genomen, waardoor ons land sterk is veranderd. In onderstaand artikel beschrijf ik een aantal veranderingen, die effecten had op Otterlo en naaste omgeving, al nam dat soms vele jaren in beslag.
Franse perioden.
Nadat de Franse troepen van Napoleon in 1795 ons land waren binnen getrokken, volgde er eerst een periode, tot 1806, waarin Frankrijk nog veel aan ons land overliet, al was er bestuurlijk veel chaos. In 1806 werd door Napoleon zijn broer Lodewijk Napoleon tot koning van Holland benoemd. Vervolgens, omdat hij volgens de keizer te ‘slap’ regeerde, werd hij in 1811 weer afgezet en werd ons land ingelijfd bij Frankrijk als een Frans departement. Natuurlijk ging een en ander niet ongemerkt voorbij. Ons land had in die tijd ca. 2 miljoen inwoners. Er was toen standaard een Franse bezettingsmacht van ca. 25.000 man. Verder werden Franse troepen, na veldslagen elders in Europa, naar ons land gestuurd om ‘opgelapt’ te worden. Er wordt gesproken van wel 200.000 man. Ook wordt er gesproken over een soort steun- of herstelbetaling van 100 miljoen francs aan Frankrijk. Dit heeft natuurlijk grote invloed gehad op de economie en huishouding van ons land. De armoede nam sterk toe.
Vanaf 1811 kreeg ons land te maken met het Franse bestuurssysteem met de regels, die daar bij hoorden. Dus kreeg Otterlo, naar Frans voorbeeld, een eigen burgemeester. Het Ambt Ede werd opgedeeld in vier afzonderlijke gemeenten, n.l. naast Otterlo ook Lunteren, Ede en Bennekom. Elk met een eigen burgemeester. De gemeente Otterlo kwam in feite overeen met het oude kerkdorp, dat ongeveer een millennium geleden door de kerk was ingesteld. Otterlo had daarbij een groot omringend gebied. Ook o.a. Harskamp, Eschoten, Oud/Nieuw Reemst en Deelen behoorden tot deze gemeente. De gemeente Otterlo had van de vier het laagste inwoneraantal, n.l. rond de 600, maar besloeg wel het grootste grondoppervlak, n.l. ca. 15.000 ha. Ook de gemeenten Bennekom, Ede en Lunteren kwamen geografisch overeen met de vroegere kerkelijke gebieden.
Tot burgemeester werd benoemd de heer Gerrit Pothoven, onderwijzer aan de dorpsschool, tevens koster en voorzanger van de kerk, doodgraver en klokkenluider. Ook was hij buurtschrijver van de buurt de Valk/Wekerom/Eschoten, dus hij had nogal wat taken. Hij had, net als overigens de andere burgemeesters, moeite met correspondentie in de Franse taal en klaagde daar flink over. Een vertaling door een vertaler in Arnhem kostte ‘veel stuivers’ en ook veel tijd. Overigens kreeg hij voor dienstreizen naar b.v. Arnhem drie Franken per 10 km uitbetaald, dus het Franse geld werd (later) ook gangbaar. Omdat er in Franse keizerrijk van Napoleon dienstplicht was, werd die ook in ons land ingevoerd. Pothoven had het er druk mee. Mannen van 20 tot 40 jaar oud konden worden opgeroepen. Als de mannen een gebrek hadden of onmisbaar werden geacht, kon men soms ontheffing krijgen. Verder werd er geloot om bepaalde aantallen te krijgen. Mocht men ingeloot worden, dan kon men een ‘remplacant’ , een vervanger dus, inhuren die voor jou in dienst ging. In 1812, bij de rampzalige veldtocht van Napoleon tegen Rusland, gingen er ca. 15.000 Nederlandse soldaten mee. Daarvan kwamen er minder dan 500 terug! Dus dat was ook voor ons land een grote ramp. Of er ook Otterloërs zijn omgekomen weet ik niet. Pothoven leek zijn best te doen om zoveel mogelijk mannen vrijgesteld te krijgen. Otterlo was nogal Oranjegezind!
Nieuw beleid.
Er zijn in die tijd verschillende, voor ons land nieuwe beleidsaspecten en regels ingevoerd. De realisatie daarvan nam overigens soms jaren in beslag. Beleid waarmee Pothoven en/of Otterlo te maken kreeg, worden in willekeurige volgorde hieronder weergegeven.
1. Start van een Burgerlijke Stand . Voor de Franse tijd werd de geboorte van een kind gemeld aan de kerkenraad en opgetekend in het Geboortenboek. Ook huwelijken en sterfgevallen werden door de kerk geregistreerd. In het Gemeentearchief van Ede kan men deze boeken nog raadplegen. Dat geeft, voor genealogische doeleinden, voor de periode vóór de Franse tijd, nogal wat moeilijkheden, mede omdat er veelal geen achternamen werden gebruikt.
2. Invoering achternamen. In deze Franse tijd kregen de burgemeesters opdracht om de inwoners/families van vaste achternamen te voorzien. Pothoven heeft eerst 79 achternamen vastgelegd en later nog eens 10. Kennelijk golden daarvoor nauwelijks of geen voorschriften. Bewoners afkomstig uit andere plaatsen kregen nogal eens zo’n naam mee, zoals van Amerongen of van Ekeris. Verder Jan van Ee, de herbergier/eigenaar van boerderij de Waldhoorn, omdat hij uit Ede kwam. Of patroniemen, dat is afgeleid van de voornaam van vader (Jansen van jan, of Hendriksen van vader Henk).
3. In de Franse tijd (1798) werden de kerktorens onder gezag van de overheid ( burgerlijke gemeente) geplaatst. Kerktorens waren in oorlogen geliefde uitkijkposten. Ook werden met de torenklokken de bewoners gewaarschuwd voor de vijand of opgeroepen bij een ramp (heidebrand e.d.)
4. Invoering van standaardmaten voor lengte (meter), oppervlakte en inhoud (liter), om orde te brengen in de veelheid van plaatselijk gebruikte eenheden in ons land.
5. Invoering van het kadaster, uitgaande van de ‘meter’ als eenheid en gekoppeld aan een exact systeem van driehoekmeting. Ook hier speelden de kerktorens een belangrijke rol, n.l. als start- of nulpunt. Vanuit het midden van de kerktoren werd gestart met de metingen. De Gemeente Otterlo werd vervolgens in secties ingedeeld, die verder werden opgemeten. In deze buurt van Gelderland kwam het meetwerk pas gereed in 1832.
In het kadaster werkt men nu nog steeds met de gemeente Otterlo, Lunteren, Bennekom en Ede. Dus de indeling van de Franse tijd blijft hier nog steeds zichtbaar.
6. In de Franse tijd (1809/1810) werden er wettelijke regelingen van kracht, gericht op het ontginnen van woeste buurtgronden. Dit hield ondermeer in verkoop van deze gemeenschappelijke gronden, waardoor slagvaardiger ontgonnen kon worden. Daar kwam in die tijd op de Veluwe maar weinig beweging in, maar de Nederlandse overheid ging in 1835 verder met dit beleid. In 1846 verkochten de ‘eigengeërfde boeren’ van Otterlo ca. de helft van de ( 2800 ha) buurtgronden.
7. De invoering van de dienstplicht bleef na de Franse tijd gehandhaafd.
Gemeentewapen.
In 1816 was er voor de gemeente Ede reeds een wapen aan de orde. Otterlo, Bennekom en Lunteren waren daar nog niet aan begonnen. Bijgaand treft u het originele wapen, maar er zijn ook varianten, b.v. op de bordjes Gemeentelijk Monument. Het wapen, in blauwe kleur, bevat de volgende elementen: een jonkvrouw met in de rechterhand een stok met daar bovenop de (Franse) vrijheidshoed. De linkerarm leunt op de Bijbel. Zo’n wapen heeft natuurlijk vooral een zinnebeeldige betekenis. De hoed staat voor vrijheid en ruimte voor creativiteit van de burgers. De stok, als je de hoed optilt, blijkt een speer of piek te zijn, dus een wapen. Er zit dus een begrenzing aan de vrijheid. De Bijbel vormt een soort grondsteen, al zal in de loop van de tijd uitleg en interpretatie mee bewegen.
Martin Hijink, maart 2019.